logica

Morgen gaan we naar Naomi, zij is maandag jarig, maar viert het morgen. Heerlijk weer, dus lekker buiten zitten, super!
We hebben samen een cadeautje gekocht voor Naomi. Robin mocht meebepalen wat we uiteindelijk voor haar gingen kopen.
Vandaag zei ik: "Morgen gaan we naar je nichtje" "Naar Naomi"
Robin: "Naomi is mijn nichtje, he" "Celine is ook mijn nichtje"
Ik: "Ja"
Robin zat zich duidelijk af te vragen hoe de verdere relaties in elkaar staken en vroeg: "Johan is jou broer"
Ik: "nee, Marjan is mijn zus" Daarop volgden er nog enkele vragen "Marjan en Johan zijn jou oom en tante" (ingewikkeld ook allemaal)
.....Even pauze.....
Robin: "Jij zegt, Mar tegen Marjan"
Het klopt! Weer die kleine dingen, die ons al niet meer opvallen en zo gewoon zijn!
Ik: "Ja, soms wel, maar soms zeg ik ook Marjan"
Robin: "En jij zegt Jo tegen Johan"

Dus Jo en Mar (en Ce en Na): Tot morgen!